1. | Computer- en netwerksystemen |
| 1.1. | Parallelle systemen: | o.a. architecturen voor parallelle algoritmen en neurale netwerken. |
| 1.2. | Gedistribueerde systemen: | o.a. elektronische snelwegen, intranetten, computernetwerken en operatingsystemen. |
| 1.3. | Dependability: | o.a. real-time aspecten, opvang van hardwarefouten. |
| 1.4. | Simulatietechnieken: | in het bijzonder voor grootschalige high performance simulaties. |
2. | Data- en kennissystemen |
| 2.1. | Databasesystemen: | o.a. geografische en multimedia databases. |
| 2.2. | Datamining en -warehousing: | zoeken naar verborgen verbanden in heterogene databases. |
| 2.3. | Information retrieval: | o.a. hypertext, hypermedia en digitale libraries. |
| 2.4. | Workflowsystemen: | o.a. transactie management systemen en business process management systemen; ondersteuning van gestructureerde samenwerking. |
| 2.5. | Groupware: | o.a. e-mail, group decision support systemen; ondersteuning van ongestructureerde samenwerking. |
| 2.6. | Tele-applicaties: | o.a. EDI, PDI, teleshopping, telebankieren, telewerken en teleconfereren. |
| 2.7. | Redeneersystemen: | o.a. expertsystemen, case base reasoning, fuzzy logic en lerende systemen. |
| 2.8. | Natuurlijke taalverwerking: | o.a. text processing en automatisch vertalen. |
3. | Software engineering |
| 3.1. | Architectuur: | zowel van de informatievoorziening van organisaties als van IS als geheel en van software in het bijzonder; ook referentiemodellen en standaarden. |
| 3.2. | Specificatiemethoden: | o.a. requirements engineering, informatie-analyse, kennisacquisitie,business process redesign, generieke en domein specifieke specificatietalen. |
| 3.3. | Constructiemethoden: | o.a. objecttechnologie, transformationeel programmeren. |
| 3.4. | Testmethoden: | o.a. formele verificatie, empirisch testen. |
| 3.5. | Interoperabiliteit: | o.a. koppeling en integratie van systemen, reverse engineering en migratie en renovatie van legacy-systemen. |
| 3.6. | Ontwikkeltools: | o.a. casetools, executeerbare specificaties, codegeneratoren, programmatransformatoren. |
| 3.7. | Software metriek: | o.a. schattingsmethoden, kwaliteitskentallen. |
| 3.8. | Software management: | o.a. projectbeheersingsmethoden, softwareconfiguratie beheer. |
4. | Interactie |
| 4.1. | Beeld- en sensorverwerking: | o.a. voor robotica en medische toepassingen. |
| 4.2. | Robotica: | o.a. telemanipulatie en mechatronica. |
| 4.3. | Spraakherkenning en synthese: | o.a. voor voice respons systemen. |
| 4.4. | Computergrafiek: | o.a. voor computer aided design en animatie. |
| 4.5. | User interface systemen: | o.a. generieke applicaties en componenten voor integratie van verschillende media. |
5. | Algoritmiek |
| 5.1. | Datacompressie: | voor opslag en transmissie van informatie. |
| 5.2. | Encryptie algoritmen: | o.a. voor identificatie, autentificatie en beveiliging. |
| 5.3. | Combinatorische algoritmen: | o.a. voor computergrafiek, regelsystemen en beslissingsondersteunende systemen. |
| 5.4. | Parallelle algoritmen: | o.a. voor optimaliseringsproblemen en visualisatie. |
| 5.5. | Heuristische algoritmen: | o.a. genetische algoritmen, simulated annealing. |
| 5.6. | Neuro computing: | o.a. neurale netwerken als algoritme voor patroonherkenning, niet als architectuur. |
6. | Fundamenten |
| 6.1. | Complexiteitstheorie: | o.a. mathematisering van in de praktijk groeiende concepten ten behoeve van kwaliteitsanalyse van algoritmen. |
| 6.2. | Computationele modellen: | o.a. machine learning en quantum computing. |
| 6.3. | Semantiek: | o.a. mathematisering van concepten die in de informatica praktijk ontstaan. |
| 6.4. | Procesmodellen: | o.a. Petri-netten, procesalgebra en multi-agent modellen. |
| 6.5. | Formele methoden: | o.a. grondslagen voor systeemspecificaties. |