effective retrieval requires visual interfaces
7
objective(s)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het conflict culmineert in een gesprek over de universitaire functie ordening. Voor het merendeel wordt het gesprek verbatim weergegeven, gebaseerd op het exemplaar dat mij door de leidinggevende per email is gestuurd.
In 2003/04 werden de universiteiten en hogescholen aangezet tot een herbepaling van functie profielen, en voor iedere werknemer betekende dit een, in overleg met de leidinggevende, nieuwe blik op taken en verantwoordelijkheden.
bedenking medewerker
UD-1 is gerechtvaardigd, maar minimaal. Er wordt volledig voldaan aan profiel UHD-2, en er zijn ruimschoots argumenten voor het profiel UHD-1.
reactie leidinggevende
Zie antwoord onder (overige bedenkingen).
bedenking medewerker
Er is een systematisch te lage inschatting van de verrichte werkzaamheden en verantwoordelijkheden. In het eerste gesprek is reeds de inschatting op UD-2 niveau van organisatie gecorrigeerd tot UD-1. Dit zou echter, zoals onder aangegeven ingeschat moeten worden op UHD-2. Over de criteria UD-1 is verder geen discussie nodig. Wat betreft de criteria UHD-2:
onderwijs:
- (a) Eliëns heeft zelfstandig het vak Object-Orientatie opgezet, daarover een standaard (engels-talig) tekst boek geschreven, waarvan vertalingen in het russisch en chinees zijn verschenen.
- (b) Hij is alleen verantwoordelijk voor alle technische multimedia vakken van de specialisatie Multimedia en Cultuur bij de studierichting Informatiekunde en is coordinator van de specialisatie Multimedia bij Informatica. Daartoe heeft hij een viertal vakken ontwikkeld die, in nauwe relatie met zijn onderzoek, het multimedia gezicht van de genoemde opleidingen bepalen.
- (c) Hij is lid van de opleidingscommissie Informatica, voorzitter geweest van de facultaire Onderwijscommissie, en opsteller van de zelfstudie voor de visitaties in 2001 van Informatica, Kunstmatige intelligentie en Informatica. Voor de visitatie Informatica was hij bovendien coordinator.
- (d) Eliëns heeft een buiten-proportioneel deel van de afstudeerders begeleid.
onderzoek: Eliëns heeft twee NWO projecten gehonoreerd gekregen, waarin binnen het thema Intelligent Multimedia, het onderzoek is verricht waarvan de eerder genoemde opleidingen het profijt trekken. Eliëns heeft twee promovendi zelfstandig begeleid, en was daarvan ook co-promotor, alsook een bijdrage geleverd aan de begeleiding van een promovendus, en is daarvan ook opgetreden als co-promotor. Het onderzoek van deze promovendi vond plaats in het (officieuse) DejaVU project dat Object-Oriented Hypermedia Systems als thema had.
organisatie: Zoals opgemerkt onder onderwijs (c) heeft Eliëns een duidelijke bijdrage geleverd aan organisatie en beleid, ook buiten de sectie.
reactie leidinggevende
Mijn UFO-indeling voor wat betreft organisatie was ingegeven door de feitelijke situatie medio april 2003. Hierbij heb ik onvoldoende rekening gehouden met eerdere taken die Eliëns vervuld heeft op dit terrein, zoals het opstellen van de zelfstudie voor de onderwijsvisitatie in 2001, en zijn rol als coordinator bij de visitatie. Een indeling op het niveau UD(1) is daarom gerechtvaardigd. Voor het onderwijs zie ik geen duidelijk verschil in de beschrijving bij UD(1) en UHD(2), en heb ik geen reden de rol van Eliëns op UHD niveau te plaatsen. Qua organisatie voldoet zijn rol ook niet structureel aan de criteria voor UHD(2). Incidenteel wordt aan vele medewerkers wel eens een bijdrage gevraagd die boven een taak binnen de sectie uitgaat. Essentieel echter is dat Eliëns' rol op het gebied van onderzoek niet op het niveau van UHD(2) is. Zijn onderzoek maakt geen belangrijk deel uit van het onderzoeksprogramma van de sectie (zie ook punt 5 hieronder). Kwalitatief is het redelijk, maar zeker niet uitzonderlijk.
bedenking medewerker
De systematisch te lage inschatting vindt wellicht zijn oorzaak in een reeds langer lopend conflict over het onderzoek van Eliëns en de relatie van dat onderzoek tot het overige onderzoek binnen de sectie IM&SE. Ondanks het feit dat het onderzoek mede heeft bijgedragen aan het tot stand komen van de multimedia onderdelen voor de eerder genoemde specialisaties, heeft vV besloten dat het thema Multimedia geen plaats mag hebben als aandachtsgebied van de sectie, en is derhalve het onderzoek van Eliëns niet als zodanig genoemd in de recente onderzoeksvisitatie (2003). Deze situatie heeft geleid tot een slechte verhouding tussen Eliëns en vV onderling, en Eliëns kan zich niet aan de indruk onttrekken dat dit mede een rol heeft gespeeld bij vV's beoordeling in de UFO procedure.
reactie leidinggevende
Ik heb inderdaad al vele jaren een conflict over Eliëns' onderzoek. Ik vind het belangrijk een zekere samenhang in het onderzoek binnen de sectie te bewerkstelligen. Ik heb vele pogingen gedaan Eliëns in zijn onderzoek te laten aansluiten bij de andere onderzoekthema's binnen de sectie. Eliëns echter weigert dit, en blijft volharden in zijn eigen invulling van zijn eigen onderzoek, en heeft daarmee qua onderzoek een eiland voor zichzelf gecreeerd. Dit komt de sectie als geheel niet ten goede.
Ook bij een nadere analyse van deze tekst is naar mijn idee de term volharden niet op zijn plaats. Mijn pogingen om het de relatie tussen onderwijs en onderzoek multimedia aan de orde te stellen vonden echter geen gehoor, niet bij de leidinggevende die die discussie stelselmatig uit de weg ging, niet bij het managements-team dat niet over de sectie grenzen wilde, en ook niet bij de latere commissie MMC, die eveneens niet de moed had een fundamentele discussie, met het risico van een conflict, over dit issue aan te gaan.
|
|
|
|
|
|
|
|
1
(C) Æliens 2006
This material is copyrighted. You may not copy or print any of this material without explicit permission of the author.