Geen wetenschap zonder maatschappelijke relevantie -- MKB kan antwoorden vinden bij wetenschap

PDF waarin dit interview is verschenen


Case: wetenschappers berekenen wat de toegevoegde
waarde is van investeringen in IT

Marco van der Hoeven

Bedrijven schromen vaak om de stap te maken naar
samenwerking met kennisinstellingen. Dat is
echter onterecht, want bedrijven die de stap wel
maken zijn meestal blij verrast, omdat
universiteiten vaak meer maatschappelijk relevant
onderzoek doen dan ze verwachten. Het loont dus
de moeite om samen te werken met een
kennisinstelling.

Volgens Prof. Dr. Chris Verhoef, hoogleraar
Informatica aan de Vrije Universiteit Amsterdam
kan de toenadering tussen bedrijven en
kennisinstellingen in Nederland nog beter. "In
het buitenland zijn ze over het algemeen verder
dan in Nederland. Voor beide kanten ligt hier een
taak.  De debatten die hierover gaan worden vaak
doodgeslagen door de obligate voorbeelden van de
farmaceutische industrie die zou bepalen wat de
onderzoekers opschrijven."

Hij ziet wel dat er nog een aantal hindernissen
zijn: "Kleinere bedrijven, bijvoorbeeld in het
MKB, kunnen het zich meestal niet veroorloven om
partner in nieuwsgierigheidonderzoek te zijn. De
terugverdien-horizon van de projecten moet te
overzien zijn.  Dat is prima mogelijk binnen het
business-model van kennisinstellingen waar een
promovendus weliswaar vier jaar bezig is, maar
tegen een zeer concurrerend tarief, of een
postdoc 1 a 2 jaar bezig is. Soms is deze
tijdsduur een drempel om in te stappen.  Maar een
complex probleem los je ook niet op in een paar
maanden."

Als de drempel eenmaal is genomen is er veel te
winnen.  Verhoef:  "vragen die bij het MKB leven,
kunnen net zo complex zijn als bij de industrie.
Alleen weet de MKB'er niet altijd dat je via een
universiteit samen beter uit de problemen komt
waarvoor je staat.  De industrie weet de weg iets
beter te vinden, en het MKB zou er goed aan doen
dat ook meer te gaan ontplooien."

Harde kwantitatieve analyse

Zelf brengt Verhoef die visie al langer in
praktijk. "De strategie van de VU is dat er geen
wetenschap is zonder maatschappelijke relevantie.
Dat uit zich ook door de manier waarop we kijken
naar informatica. We worden gestimuleerd om samen
te werken met de bedrijven die hier in de buurt
aan de Zuidas zitten. Toevallig zitten daar een
paar grote spelers. Dat is vooral in praktische
zin handig. Een samenwerkingsverband dat we
hebben met ABN AMRO past hier goed in. Het sluit
mooi aan, en zij zoeken ook actief samenwerking.
Overigens is samenwerking op grotere afstand
natuurlijk ook heel goed te doen."

"Die samenwerking is begonnen met studenten die
een scriptie schreven onder onze leiding, om te
kijken of er een interessante return zit op
investeringen in ICT. Dat was een voortraject,
waarin we hebben gekeken of het wat oplevert.
Vervolgens zijn we formeler gezamenlijk onderzoek
gaan doen. Dat is uitgemond in het
Equity-project, wat staat voor Exploring
Quantifiable IT Yields. Het doel van het project
is om in maat en getal te vatten wat de
toegevoegde waarde van IT is."

"ABN AMRO is in dat verband een proeftuin, waarbij
we kijken of we de toegevoegde waarde van IT
kunnen meten.  Daar zijn al concrete resultaten
uitgekomen. Afgelopen zomer is een deelproject
uitgevoerd waarbij de vraagstelling was of de
aanzienlijke investeringen die de bank gedaan
heeft om processen rond software- ontwikkeling
effectief te maken nut hebben gehad. De vraag was
simpel:  heeft het wat opgeleverd, en zo ja,
hoeveel?"

Verhoef: "Het antwoord op die vraag was niet zo
eenvoudig te geven. Daar was een hoop statistisch
onderzoek voor nodig. Dat hebben wij aan de VU
uitgevoerd. En een hoop onderzoeken en discussies
later is inderdaad gebleken dat de investering
zich heeft terugbetaald. De resultaten van het
onderzoek zijn later zelfs onderdeel geworden van
een officiele audit. De investeringen hebben dus
wel degelijk nut gehad." Concreet is efficientie
van de IT-functie bij de bank verbeterd, en zijn
de kosten per functiepunt omlaag gegaan. De
wiskundige analyse daarvan is aan de VU gedaan,
het type werk dat aan de universiteit plaatsvindt
is dan ook de Q in Equity: onderzoek naar de
harde kwantitatieve kant. Daar is nog weinig over
bekend.

Meten is weten

Jean Kleijnen is voor ABN AMRO betrokken bij het
project van Verhoef. Hij is zelf in 2000 al
gestart met een programma om de efficientie van
IT- diensten te verbeteren, onder meer in de vorm
alignment tussen business en IT, procesmatig
werken en verbeteren van de productiviteit.

Kleijnen: Maar om dingen te verbeteren moet je
wel eerst kunnen meten waar je bent. Via
wetenschappers die al in het team zaten is hij in
contact gekomen met de VU, en is de samenwerking
met Verhoef tot stand gekomen.

Op een gegeven moment moest de bank bewijzen dat
de claims van verbeterde efficiency objectief
onderbouwd konden worden. Daardoor is de
samenwerking met de wetenschappers uitgebreid.
Het zijn heel slimme mensen die veel weten, en
objectief kunnen toetsen, in plaats van het maken
van wilde claims, wat vaak voorkomt. Voor de
IT-wereld is de waarde van het project dat iets
gedaan wordt aan de slechte naam die de branche
soms heeft, omdat het veel geld kost en de
meerwaarde soms in twijfel wordt getrokken.
Daarom wilden we parameters ontwikkelen om de
meerwaarde van IT in cijfers uit te drukken.
Daarnaast kijken we nu naar outsourcen en
offshoren."

Kader: EQUITY -- samenwerking tussen ABN AMRO en VU

De motor van de Nederlandse kenniseconomie is
software, een sterk opkomende productiefactor
naast grondstoffen, arbeid en kapitaal. De
huidige opvatting is dat software een kostenpost
is, die vooral omlaag moet.  Maar dat is als
zeggen dat je met minder ijzererts meer staal
moet produceren.  Het onderzoeksvoorstel EQUITY
(Exploring Quantifiable Information Technology
Yields) is bedoeld om de mogelijke connecties
tussen opbrengsten en informatietechnologie te
onderzoeken, zodat concurreren met software op
een gecalculeerde manier mogelijk wordt.

Uiteindelijk moet de gebruiker kunnen traceren
wat de feitelijke bijdrage is van IT aan
waardecreatie en -destructie, bijvoorbeeld in de
vorm van aandeelhouderswaarde, ook wel de
equities van een bedrijf geheten. De ambitie van
dit onderzoek is om een kwantitatieve aanpak te
ontwikkelen die zowel accuraat genoeg is, als ook
bruikbaar binnen software-intensieve organisaties
om rationele besluitvorming omtrent software
investeringen te faciliteren.  Dit onderzoek is
daarom van strategisch belang voor
software-intensieve organisaties in Nederland,
maar ook internationaal.

Meer weten over de wondere wereld van ICT 
in Jip en Janneke taal? Ga dan naar de
knipselkrant van Chris Verhoef