Een hele rits aan kopstukken uit de Nederlandse game-industrie vergezeld door docenten en ambtenaren ontvingen een uitnodiging voor ‘Game Development in Nederland’ in de Waag in Amsterdam. Het feit dat de organisatoren van Syntens een paar dagen voor de bijeenkomst door een te grote opkomst een rondje moesten bellen met het verzoek per bedrijf slechts één gast naar deze avond te sturen, zegt genoeg over de aanwezige belangstelling voor een eventuele branchevereniging.

Het programma van de avond was niet alleen informatief maar ook gericht op ‘ontmoetingen’, ‘inspiratie’ en ‘het aanwakkeren van een verenigingsgevoel’. In de prachtige zaal van De Waag, waar vroeger het gilde chirurgijns voor de anatomische wetenschap lichamen van misdadigers opensneden, werd de groep ontvangen. Momenteel huist hier de Waag Society, die op het gebied van oude en nieuwe media onderzoek verricht en educatief materiaal ontwikkelt.

Groep paars:

• Het investeerderklimaat in Nederland moet verbeterd worden.
• De kwaliteit van de games moet omhoog.
• Het schort aan goede mensen en geld.

Groep rood:

• Er moet een open source physics engine gecreëerd worden: gratis technologie voor iedereen.
• We hebben onvoldoende duidelijk wát de toegevoegde waarde van de Nederlandse games industrie is.

Groep blauw:

• We moeten top kwaliteit leveren, via een platvorm onze expertise delen en meer samenwerken.

Groep geel:

• In kaart brengen van knelpunten.
• Een branchevereniging oprichten.
• De drempel voor kleine bedrijven verlagen, zodat er meer ruimte komt voor de kleintjes.

Groep Paars:

• De Communicatie tussen de universiteiten en gameopleidingen moet verbeterd worden. Openheid van bedrijven over nieuwe ontwikkelingen naar opleidingen.
• Opleidingen moeten meer specialisten afleveren.
• Meer investeringen in opleidingen.

Groep rood:

• Het is van belang te weten wát er waar onderzocht wordt.
• Voor een klein bedrijf zou research prioriteit moeten zijn om state of the art te blijven.
• Studenten inzetten.
• Open source coalition library.

Groep blauw:

• Beter en meer onderwijs.
• Stimuleren van creativiteit.
• Het optuigen van opleidingen nu niet zinvol. De opleidingen kunnen de mensen niet kwijt.

Groep geel:

• Kennis en expertise centra oprichten. De studenten moeten in multidisciplinaire omgevingen kunnen opereren.
• Bereid zijn kennis in te huren.

Groep paars:

• Met geld: bijvoorbeeld in de vorm van subsidies op software. Helpen bij het financieren van grote projecten.
• De regelgeving versoepelen om bijv. Talent naar Nederland te kunnen halen.

Groep rood:

• cv-constructie. Investeerders belastingvoordeel. Bij de filmindustrie heb je dit nu. Publieke rol in games (omroepen)

Groep blauw:

• Minder belasting voor gamesector.
• Buma Stemra rechten goedkoper maken voor game-industrie.
• Versoepeling regelgeving.
• Mogelijkheden creëren voor miljoenenfinanciering.

Groep geel:

• Demonstratie subsidies voor bedrijven. Met name voor de steun van nieuwe ontwikkelingen

Groep Paars:

• Eén gezicht vormen naar de overheid, zodat er daar meer kennis is over de gamebranche en haar problemen.
• Bewust maken van de overheid van de noodzaak van steun.
• Voorgaande problemen die bij eerste 3 vragen naar boven komen, kunnen worden opgelost.

Groep blauw:

• Het organiseren van evenementen. Informatie uitwisseling en juridische ondersteuning.

Groep geel:

• Duidelijk maken wat de economische waarde van game-industrie is.
• Professionalisering.
• Reacties geven op negatieve publiciteit en fungeren als bemiddelaar naar kennisinstellingen (stages, enz.)

Alle groepen waren kwamen tot de conclusie dat een branchevereniging een positieve invloed kan hebben op de sector. Ook de Gele groep, bestaande uit mensen uit het onderwijs en overheidsinstellingen, zag absoluut het nut en de noodzaak van een vereniging in.

Huidige problemen
Game ontwikkeling en publishing in Nederland heeft een grote ontwikkeling ondergaan. Met deze groei vindt ook een professionalisering van de industrie plaats. Er zijn meer en meer studio’s en publishers die vechten voor een top 10 plaats. Het aanbod games groeit harder dan het aantal gamers, waardoor het aanbod groter is dan de vraag. Ook worden de projecten en de hiermee gepaard gaande investeringen en risico’s steeds groter.

Om de risico’s te minimaliseren en de overheid bewust te maken van de grootte van de game-industrie en de problemen die er spelen, is anderhalf jaar geleden het idee van een belangenvereniging ontstaan. Hermen Hulst van Guerilla en Martin de Ronde van Media Republic en Rogier Smit van Play Logic staken hierover de koppen bij elkaar.

• Belangen van de Nederlandse ontwikkelaars en publishers behartigen.
• Risico’s minimaliseren; kostenvermindering door het verkrijgen van subsidies op software, tools en engines die de basis vormen van elk project.
• Periodieke seminars organiseren om de problematiek met elkaar te bespreken en oplossingen te vinden in deze snel groeiende industrie.

Aan de slag
Hermen Hulst heeft de aanvraag voor het oprichten van TIGA NL op zich genomen met als eerste leden Guerrilla, Engine Software en Playlogic. Directeur Fred Hasson van Tiga is erg enthousiast over de Nederlands Chapter die toegevoegd gaat worden aan Tiga. De Nederlandse belangenvereniging wordt de komende maanden opgericht. Uiteraard wordt iedereen in de Nederlandse industrie benaderd om deel te nemen. Een belangrijk gedeelte van de activiteiten zal zich richten op Den Haag. Willen we onze gezamenlijke doelstelling waarmaken, dan hebben we de bereidheid van de overheid nodig. De eerste stappen hierin zijn bewustwording, de spelers kenbaar maken en ze allemaal even wakker schudden daar in Den Haag.

De industrie wordt volwassen en heeft behoefte aan degelijke industriebrede opleidingen die voldoen aan de vraag en behoeften van nu en van de toekomst. De opleiding zou internationaal georiënteerd moeten zijn, een internationaal erkende BBA/MBA structuur gezien het internationale karakter van de Game Industrie. Het curriculum moet worden aangepast, zodat de opleiding zich naast de technische en design kant ook richt op de publishing activiteiten, de juridische kant, marketing en management, project management, en trendanalyse. De docenten zouden industrieprofessionals moeten zijn. Er kan dan gebruik gemaakt worden van echte cases. Er zal een goede balans in het curriculum moeten komen van Theorie en praktijk. Ook stages bij de Nederlandse ontwikkelaars zijn een pre. Ze geven de studenten kans hun theoretische kennis in praktijk te brengen en bieden ontwikkelaars extra resources tegen aanzienlijk lagere overhead.

Momenteel wordt marktonderzoek verricht naar de vraag in de markt naar betere games- opleidingen. Gemeente Breda neemt de kosten van markonderzoek op zich. Dit Onderzoek wordt geleid door Drs.Gert-Jan Remmers, Docent creatieve industries van de Internationale Hogeschool Breda, die een groep laatstejaars studenten inzet. Zij zullen vergelijkende onderzoeken van bestaande opleidingen in met name Amerika gaan analyseren. En er wordt gericht onderzoek verricht naar de wensen en inhoud van een dergelijke opleiding.

Conclusie
Uiteraard zal het succes van deze belangvereniging en het halen van de doelstellingen van deze vereniging vallen of staan met de input van de leden zelf. Zonder enige saamhorigheid en bundeling van onze krachten zal er niets bereikt worden en doen we als Nederlandse industrie een stap terug.

Op de vraag of de TIGA als belangenvereniging kan dienen, was Rogier van mening dat: "De TIGA kan fungeren als een lobbymachine voor de Nederlandse game-industrie naar het buitenland. Maar wij moeten ons onderling verenigen. De Tiga kan voor onze nationale vereniging lobbyen in het buitenland."

Edwin Suer van de BVD, was uitgenodigd om te praten over de branche vereniging in de Dance scène. Maar zijn speech kwam wegens persoonlijke omstandigheden te vervallen.

Voor het debat gingen de stoelen weer aan de kant om op bevlogen manier te kunnen discussiëren. Was je het eens met de geopperde stelling, dan moest je de groep die het oneens was zien te overtuigen.

Stelling 1: Is Game-development in Nederland innovatief?

Nee Ja

Uitslag: De grootste groep ging bij "Ja" staan.

Stelling 2: Een belangenvereniging is nuttig als lobbymachine naar de overheid.

Uitslag: Allen waren het eens!

Stelling 3: Er is een speciale gameopleiding nodig?

Nee Ja

Uitslag: Iedereen was het aan het einde van deze discussie min of meer eens, dat er niet een specialistische gameopleiding in één gebouw moet ontstaan. De huidige opleidingen zouden meer kennis moeten uitwisselen en beter moeten inspelen op de vraag uit de markt.

Uitslag: Iedereen was het eens over het feit dat een branchevereniging de game-industrie een stap verder helpt. En dat het moment is aangebroken deze stap te zetten. Maar ook zonder een vereniging is de game-industrie in Nederland een eind gekomen.

Uitslag: Uiteindelijk kwam de groep tot de conclusie dat onderlinge concurrentie de kwaliteit van de games vergroot, maar naar bijvoorbeeld de overheid moet de Branchevereniging een stem en een gezicht tonen.

Resumé
Tijdens deze Syntens ondernemersavond bleek dat er binnen de Nederlandse game-industrie genoeg animo is voor een branchevereniging. Bij zowel de stellingen als het debat kwam duidelijk naar voren dat men de tijd rijp acht de handen ineen te slaan. Eén gezicht te vormen naar de overheid en publishers in het buitenland. Het is noodzakelijk nu de krachten te bundelen om de volgende sprong te maken.

Of men nu verder gaat op de plannen en reeds gezette stappen van Rogier Smit, Hermen Hulst en Martin de Ronde of een nieuwe opzet maakt, er is voldoende interesse. Dat werd nogmaals onderstreept door de grote hoeveelheid visitekaartjes, die dezelfde avond door organisatoren van Syntens verzameld werd. Met het inleveren van de visitekaartjes gaven de aanwezigen duidelijk aan actief mee te willen helpen met het opzetten van een branchevereniging voor de game-industrie in Nederland.

door Fokelien Hali

in opdracht van Syntens, innovatienetwerk voor ondernemers

Ruben van der Horst

Irmine van der Geest

Antoinette Hoes