topical media & game development

talk show tell print

#graph-philosopher-data.xml / xml



  <graph>
  <n id="0" name="Startpunt" body="&lt;b&gt;Gebruiksinstructie:&lt;/b&gt;
  + Dubbelklik op een filosoof of stroming die niet in het centrum staat om deze in het centrum te zetten.
  + Dubbelklik op de filosoof of stroming in het centrum om meer informatie te krijgen.
  + Klik op het 'meer informatie'-scherm om dat weer te sluiten.
  + Sleep filosofen of stromingen heen en weer.
  + Sleep de achtergrond om het totale netwerk te verplaatsen.
  + Klik om dit scherm te sluiten.
  
  &lt;b&gt;Verantwoording:&lt;/b&gt;
  + Dit programma is gemaakt voor het vak Hedendaagse Stromingen 2007-2008, VU Amsterdam.
  + De inhoud van dit programma is gebaseerd op (college)aantekeningen, Wikipedia (voor oa biografische informatie van de filosofen) en de Stanford Encyclopedia of Philosophy.
  + Keuzes om filosofen/stromingen en verbindingen tussen filosofen/stromingen al dan niet op te nemen in het programma zijn gemaakt op basis van persoonlijke voorkeuren en intuitie. Het overzicht is zowel incompleet als overcompleet." color="0x00ff00" image="legenda.swf"/>
  
  <n id="1" name="Postmodernisme" body="Het Postmodernisme zet zich af tegen de vooruitgangsgedachte van het Modernisme. Postmoderne filosofen zijn over het algemeen skeptisch als het gaat om het bereiken van absolute kennis en het vinden van absolute waarheden. Ze stellen daar een perspectivistische houding tegenover. Belangrijke Postmoderne filosofen zijn Lyotard, Foucault, Derrida en Rorty." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="2" name="Fenomenologie" body="Het fundament voor de Fenomenologie is gelegd door Brentano, maar Husserl werkte de Fenomenologie uit tot een volwaardige stroming, waaraan later door Heidegger, Gadamer, Sartre en Merleau-Ponty belangrijke bijdragen zouden worden geleverd. De fenomenologie gaat uit van de dingen als fenomenen, dat wil zeggen als de dingen zoals ze zich op zichzelf tonen. Van daaruit probeert men vervolgens een zelffunderend systeem van de werkelijkheid op te bouwen." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="3" name="Existentialisme" body="Het Existentialisme richt zich op de positie van de mens als 'ertussen zijnd' individu, en legt daarom de nadruk op individuele vrijheid en zelfontplooiing. Deze vrijheid gaat gepaard met een eigen verantwoordelijkheid voor zelfverwezenlijking. Het Existentialisme is vooral populair geworden door het werk van filosofen als Sartre, de Beauvoir en Camus." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="4" name="Pragmatisme" body="Het Pragmatisme gaat uit van de concrete consequenties van een actie of standpunt bij het bepalen van de waarde ervan. Het gaat hierbij dus om de bruikbaarheid van proposities, en niet om hun beargumenteerbare waarheid. William James heeft het Pragmatisme van Peirce overgenomen en toegankelijk gemaakt. Filosofen in wiens werk een Pragmatische houding is terug te vinden zijn bijvoorbeeld Richard Rorty en Daniel Dennett." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="5" name="Frankfurter Schule" body="De Frankfurter Schule was een groep filosofen rond het Institut für Sozialforschung in Frankfurt. Volgens de leden van de Frankfurter Schule is zelfkennis mogelijk door kennis van de maatschappij. Men moet (1) de maatschappelijke nood analyseren, (2) een alternatief formuleren en (3) bijdragen aan de verwezenlijking van dit alternatief. In deze maatschappijgerichte benadering is goed te zien dat Marx voor de Frankfurter Schule de belangrijkste invloed was. Leden van de Frankfurter Schule zijn onder andere Horkheimer, Marcuse, Adorno en Habermas." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="6" name="Analytisch Rationalisme" body="De Analytisch Rationalisten zijn vooral beïnvloed door de syllogismen van Aristoteles en de formele logica zoals die door Leibniz ontwikkeld was. Filosofen zoals Boole, Frege, Whitehead, Russell, Gödel, Tarski en Kripke hebben stuk voor stuk belangrijke bijdragen geleverd aan de doorontwikkeling van de logica, maar ook aan nieuwe theorieën over waarheid." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="7" name="Analytisch Empirisme" body="De Analytisch Empiristen nemen in hun filosofie de ervaring als vertrekpunt. Ze behouden echter het typisch Analytische doel van een systematische ordening van kennis, en in die zin kan gesproken worden van een systematische ordening van waarnemingen. Voorbeelden zijn de sense-data theorie van Russell (die beïnvloed is door ideeën van Locke, Hume en Berkeley), de common sense filosofie (Moore, Wittgenstein II), Carnap's 'Logische Aufbau der Welt' en Quine's 'web of beliefs'." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="8" name="Linguistic Turn" body="De Linguistic Turn is de benaming voor de opmars van het onderzoek van de relatie tussen taal en werkelijkheid die in de twintigste eeuw plaatsvond. Hierbij werd voor een belangrijk deel gebouwd op het Structuralisme van De Saussure. Filosofen die aan de Linguistic Turn bijdroegen zijn bijvoorbeeld Quine, Foucault en Wittgenstein." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="9" name="Structuralisme" body="Het Structuralisme is gebaseerd op het werk van Ferdinand de Saussure. Het Structuralisme stelt dat de betekenis ontstaat door de verschillen tussen taaltekens. Het Structuralisme kan gezien worden als het begin van het Postmoderne differentiedenken, zoals dat bij bijvoorbeeld Foucault en Derrida terug is te vinden. Bij hen spreekt men van Poststructuralisme, hoewel ze een dergelijk label zelf absoluut niet zouden onderschrijven." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  <n id="11" name="Hermeneutiek" body="De Hermeneutiek, genoemd naar Hermes (de god die tussen goden en mensen bemiddelde), kan gedefinieerd worden als de kunst van het uitleggen en is opgezet door Wilhelm Dilthey. Dilthey heeft kritiek op de natuurwetenschappelijke werkmethode waarbij subject en object strikt gescheiden zijn, en pleit voor een nieuwe methode die de totale mens als kennend en voelend subject beschouwt. De geesteswetenschappen hebben een soort onmiddelijke toegang tot wat ze onderzoeken." color="0xff0000" image="none.jpg"/>
  
  <n id="30" name="Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="hegel.jpg"/>
  <n id="31" name="Friedrich Nietzsche (1844-1900)" body="Friedrich Nietzsche kan samen met Søren Kierkegaard gezien worden als de belangrijkste voorbereider van het Existentialisme en de Levensfilosofie. Met het rapporteren van de dood van God (in 'Die Fröhliche Wissenschaft' (1882)) begon een traditie die zich richt op zelfverwezenlijking tijdens het aardse leven van de mens. Nietzsche was enorm beïnvloed door Arthur Schopenhauer, en nam diens metafysica van de Wil gewijzigd over (als de Wil tot Macht). Deze metafysica is echter ook meteen een van de weinige punten waarop Nietzsche zich bij Schopenhauer aansluit, en hij zet zich verder juist enorm af tegen Schopenhauer. Waar bij Schopenhauer het medelijden de basis is van diens ethiek, is bij Nietzsche medelijden min of meer het ultieme kwaad. Nietzsches invloed is te zien bij vele filosofen na hem, maar met name Postmoderne filosofen als Derrida en Rorty verwijzen veelvuldig naar hem of bouwen op hem door. Daarnaast heeft onder andere Foucault een boek over Nietzsche geschreven." color="0x0000ff" image="nietzsche.jpg"/>
  <n id="32" name="Søren Kierkegaard (1813-1855)" body="Søren Kierkegaard kan samen met Friedrich Nietzsche gezien worden als de belangrijkste voorbereider van het Existentialisme en de Levensfilosofie. De term 'Existentialisme' komt bij Kierkegaard vandaan. Voor Kierkegaard is existentie 'een ertussen zijn', dat wil zeggen tussen lichaam en ziel, tussen tijd en eeuwigheid. De mens moet 'Existeren', en het niet over mogelijkheden maar over concrete werkelijkheden hebben. Het concrete individu is niet gegeven, maar moet verwezenlijkt worden." color="0x0000ff" image="kierkegaard.jpg"/>
  <n id="33" name="Arthur Schopenhauer (1788-1860)" body="Het genie Arthur Schopenhauer beweerde met zijn hoofdwerk 'Die Welt als Wille und Vorstellung' niet alleen alles gezegd te hebben wat hij de mensheid te zeggen had, maar ook de filosofische hoofdvragen te hebben opgelost. Schopenhauers metafysica van de Wil (de Wil als drijvende 'oerkracht') is bij Nietzsche in gewijzigde vorm terug te vinden. Maar ook met zijn pessimistische levenshouding heeft Schopenhauer invloed gehad, bijvoorbeeld op Theodor Adorno." color="0x0000ff" image="schopenhauer.jpg"/>
  <n id="34" name="Aristoteles (384-322)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="aristoteles.jpg"/>
  <n id="35" name="Plato (427-347)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="plato.jpg"/>
  <n id="36" name="Immanuel Kant (1724-1804)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="kant.jpg"/>
  <n id="37" name="Maurice Merleau-Ponty (1908-1961)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="merleau-ponty.jpg"/>
  <n id="38" name="Jean-Paul Sartre (1905-1980)" body="Jean-Paul Sartre was één van de belangrijkste existentialistische filosofen, en in ieder geval waarschijnlijk de bekendste. Sartre gaf de fenomenologische methode van Husserl en Heidegger een belangrijke plaats in zijn existentiefilosofie, zoals onder meer blijkt uit de ondertitel van zijn hoofdwerk 'Het zijn en het niet': 'proeve van een fenomenologische ontologie'. Tijdens zijn studie aan de École Normale Superieure leerde hij Maurice Merleau-Ponty kennen (met wie hij later filosofisch flink van mening zou verschillen), maar ook Simone de Beauvoir met wie hij zijn hele verdere leven doorbracht. Speerpunt in de filosofie van Sartre de constatering dat de existentie van de mens vooraf gaat aan zijn wezensbepaling: de mens is eerst nog 'niets' en moet zichzelf bepalen. Daarom legt Sartre de nadruk op de vrijheid van het individu, en de verantwoordelijkheid die de mens daarmee voor zichzelf draagt." color="0x0000ff" image="sartre.jpg"/>
  <n id="39" name="Albert Camus (1913-1960)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="camus.jpg"/>
  <n id="40" name="Karl Marx (1818-1883)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="marx.jpg"/>
  <n id="41" name="Max Horkheimer (1895-1973)" body="Max Horkheimer was als directeur van het Institut für Sozialforschung één van de belangrijkste filosofen van de Frankfurter Schule. Zijn metafysicakritiek was vergelijkbaar met die van Kant: 'we kunnen op basis van ons denken geen werkelijkheid postuleren'. De onderzoeker maakt deel uit van het onderzochte. Horkheimer was een belangrijke leermeester voor Habermas." color="0x0000ff" image="horkheimer.png"/>
  <n id="42" name="Jürgen Habermas (1929)" body="Hoewel Jürgen Habermas voor het belangrijkste deel gevormd is door de Frankfurter Schule waar hij een prominent lid van werd, is hij veel positiever gestemd dan de overige leden. Waar Habermas' leermeesters Horkheimer en Adorno een pessimistische houding aannemen en een negatieve dialectiek als hulpmiddel gebruiken, is volgens Habermas is een ontsnapping uit het pessimisme (met betrekking tot het (objectief) kennen van een externe wereld) mogelijk door het communicatief handelen. Communicatief handelen, het voltrekken van een taalhandeling (Vgl. 'speech act' bij Austin en Searle) is mogelijk als aan vier voorwaarden is voldaan: 1) begrijpelijkheid, 2) waarheid, 3) waarachtigheid en 4) de deelnemers aan het gesprek moeten bekwaam zijn." color="0x0000ff" image="habermas.jpg"/>
  <n id="43" name="John Austin (1911-1960)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="austin.jpg"/>
  <n id="44" name="John Searle (1932)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="searle.jpg"/>
  <n id="45" name="Theodor Adorno (1903-1969)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="adorno.jpg"/>
  <n id="46" name="Herbert Marcuse (1898-1979)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="marcuse.jpg"/>
  <n id="47" name="Michel Foucault (1926-1984)" body="Michel Foucault wilde niet tot één bepaalde stroming gerekend worden, en gezien zijn kennis van tal van onderwerpen en de verscheidenheid aan onderwerpen die hij zelf in zijn schrijven behandelde is er misschien ook niet echt één etiket op hem te plakken. Onderwerpen die door zijn hele oeuvre terugkomen zijn het 'weten' en het 'spreken'. Volgens Foucault is het 'spreken' (in al zijn vormen) niet vrij, maar wordt het door tal van bewuste en onbewuste regels beheerst. Foucault is sterk beïnvloed door het Structuralisme van De Saussure. Ook kan Foucault een Postmodernist genoemd worden, omdat hij het Modernistische vooruitgangsideaal kritisch beschouwt." color="0x0000ff" image="foucault.jpg"/>
  <n id="48" name="Ferdinand de Saussure (1857-1913)" body="Ferdinand de Saussure moet beschouwd worden als de grondlegger van het Structuralisme. In zijn colleges, die pas na zijn dood door zijn studenten uitgegeven werden onder de titel 'Cours de linquistique géneral' (1916), maakte hij het onderscheid tussen het taalsysteem (langue) en het daadwerkelijke taalgebruik (parole). Omdat De Saussure uiteindelijk concludeert dat betekenis ontstaat door de verschillen tussen taaltekens (het Structuralisme), wordt hiermee het begin van het differentiedenken ingeluid. De Saussure heeft een grote invloed gehad op bijvoorbeeld Derrida en Foucault." color="0x0000ff" image="saussure.jpg"/>
  <n id="49" name="Emmanuel Lévinas (1906-1995)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="levinas.jpg"/>
  <n id="50" name="Sigmund Freud (1856-1939)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="freud.jpg"/>
  <n id="51" name="Edmund Husserl (1859-1938)" body="Edmund Husserl moet, hoewel zijn werk voortbouwt op dat van Brentano (bij wie Husserl student was), gezien worden als de grondlegger van de Fenomenologie als volwaardige filosofische discipline. Husserl wilde één zelffunderend op zichzelf bestaand filosofisch methodologisch systeem van kennis ontwikkelen, en daarmee van de Filosofie een 'strenge wetenschap' maken, nog strenger dan de natuurwetenschappen die 'slechts' van contingente waarnemingen uitgaan. Filosofen als Heidegger en Gadamer zijn ingrijpend door Husserl beïnvloed en hebben zijn Fenomenologie verder uitgewerkt." color="0x0000ff" image="husserl.jpg"/>
  <n id="52" name="Martin Heidegger (1889-1976)" body="Martin Heidegger was één van de invloedrijkste filosofen van de laatste eeuw. Na eerst Husserls asistent te zijn geweest, volgt Heidegger Husserl in 1929 in Freiburg op als rector in Freiburg. Heideggers hoofdwerk 'Sein und Zeit' (1927), waarin hij de vraag naar het zijn ('waarom is er eigenlijk iets en niet niets?'), die volgens Heidegger lang verwaarloosd is geweest, opnieuw aan de orde stelt, is een standaardwerk en had grote invloed op bijvoorbeeld Gadamer en Sartre. Maar ook Derrida en Rorty hebben hem (zeer kritisch) gelezen." color="0x0000ff" image="heidegger.jpg"/>
  <n id="53" name="Jean-François Lyotard (1924-1998)" body="Volgens Jean-François Lyotard hebben de 'grote verhalen' (universele vertellingen en theorieën over het bestaan, zoals religies, de wetenschap en filosofische theorieën) afgedaan. Dit is een typisch Postmodern standpunt, en Lyotard is dan ook verwant aan andere Postmoderne filosofen (Derrida, Rorty etc.). Als alternatief voor de grote verhalen beschouwt Lyotard de 'taalspelen' van Wittgenstein II." color="0x0000ff" image="lyotard.jpg"/>
  <n id="54" name="Richard Rorty (1931-2007)" body="Richard Rorty onderscheidt twee typen filosofen. 'Ironists' en 'common sense' filosofen. Waar de 'common sense' filosoof denkt dat zijn eigen vocabulaire ('a set of words which [he] employ[s] to justify [his] actions, [his] beliefs, and [his] life') er één is die op zijn minst convergeert naar een vocabulaire die correspondeert met de werkelijkheid/waarheid. Een ironist daarentegen heeft radicale en voortdurende twijfel over haar eigen vocabulaire, realiseert zich dat deze twijfel niet kan worden weggenomen op basis van haar huidige vocabulaire, en ze denkt dus ook niet dat haar eigen vocabulaire dichter bij de werkelijkheid/waarheid staat dan andere vocabulaires. De positie van de filosoof is er een als (literair) commentator. Rorty noemt Kierkegaard als een filosoof die Hegel becommentarieerde zoals heden ten dage schrijvers als Orwell worden becommentarieerd. Rorty becommentarieert in zijn teksten veel filosofen, waaronder Nietzsche, Heidegger en Habermas. Het werk van Rorty is geweldig leesbaar en bevat ook typisch Amerikaanse pragmatische elementen, die Rorty onderscheiden van ander Postmodernen." color="0x0000ff" image="rorty.jpg"/>
  <n id="55" name="William James (1842-1910)" body="William James geldt als de belangrijkste verkondiger van het Pragmatisme zoals dat door Peirce geformuleerd was: men moet kijken naar wat uitspraken of standpunten voor consequenties hebben, en op basis daarvan hun bruikbaarheid bepalen. James was naast filosoof ook een belangrijk Psycholoog." color="0x0000ff" image="james.gif"/>
  <n id="56" name="Charles Peirce (1839-1914)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="peirce.jpg"/>
  <n id="57" name="Jacques Derrida (1930-2004)" body="Jacques Derrida onderscheidt zich van andere Postmoderne filosofen vanwege zijn oorspronkelijke methode: die van 'deconstructie'. Deconstructie is het zorgvuldig analyseren en ontmantelen van werken van andere filosofen, teneinde verborgen of onderbelichte vooronderstellingen van die filosofen bloot te leggen. Deconstructie is dus absoluut geen blinde destructie. De oorspronkelijke intentie van de schrijver is voor Derrida niet belangrijk, hij beschouwt enkel en alleen de tekst. Op deze manier is Derrida door vele filosofen beïnvloed door ze te deconstrueren, waaronder Plato, Kant, Hegel, Marx, Nietzsche, Husserl, Heidegger, Freud, de Saussure en Levinas." color="0x0000ff" image="derrida.jpg"/>
  <n id="58" name="Simone de Beauvoir (1908-1986)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="beauvoir.jpg"/>
  <n id="59" name="Wilhelm Dilthey (1833-1911)" body="Wilhelm Dilthey is de grondlegger van de Hermeneutische methode (gebaseerd op Schleiermachers theorieën over tekstuitleg). De Hermeutiek is daarna in de Geesteswetenschappen het belangrijkste methodologische alternatief voor het Positivisme (uitgaan van wat positief gegeven is) geworden, en heeft binnen de Filosofie een grote doorwerking in het werk van onder andere Heidegger en Gadamer." color="0x0000ff" image="dilthey.jpg"/>
  <n id="60" name="Hans-Georg Gadamer (1900-2002)" body="Hans-Georg Gadamer heeft in grote mate voortgebouwd op het werk van Heidegger en daarmee ook op de Fenomenologie van Husserl en de Hermeneutiek van Dilthey. Volgens Gadamer zijn de drie momenten van de Hermeneutiek (verstaan, interpreteren en toepassen) eigenlijk één moment van begrip. Voor Gadamer is het proces van begrijpen voornamelijk een historisch proces, en hij beschouwt Hegel dan ook als grote historicus van de westerse cultuur. Gadamer past in zijn hoofdwerk Waarheid en Methode de Hermeneutiek toe op de kunst, de wetenschappen en de filosofie." color="0x0000ff" image="gadamer.jpg"/>
  <n id="61" name="Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="leibniz.jpg"/>
  <n id="62" name="George Boole (1815-1864)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="boole.jpg"/>
  <n id="63" name="Gottlob Frege (1848-1925)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="frege.jpg"/>
  <n id="64" name="Alfred North Whitehead (1861-1947)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="whitehead.jpg"/>
  <n id="65" name="Bertrand Russell (1872-1970)" body="Naast een fanatiek pacifist en een scherp schrijver was Bertrand Russell ook een briljant wiskundige en logicus. Zijn Russelparadox ('De kapper scheert alle mensen in het dorp die zichzelf niet scheren. Wie scheert de kapper?') is in de verzamelingenleer een belangrijk probleem. Russell dacht dit probleem op te lossen met zijn type theory (een hiërarchie van klassen), maar Gödel toonde later aan dat ook die 'oplossing' het probleem niet verhelpt. Daarnast droeg Russell zijn theorie van 'denoting phrases' bij aan het debat over het onderscheid tussen een verwijzing en datgene waarnaar verwezen wordt." color="0x0000ff" image="russell.jpg"/>
  <n id="66" name="Kurt Gödel (1906-1978)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="godel.gif"/>
  <n id="67" name="Alfred Tarski (1901-1983)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="tarski.jpg"/>
  <n id="68" name="Saul Kripke (1940)" body="Saul Kripke is het meest bekend vanwege zijn modale logica. Deze logica kent naast de symbolen en regels van de standaardlogica ook het diamondsymbool ('het is mogelijk dat') en het boxsymbool ('het is noodzakelijk dat'). Hiermee kunnen onder andere relaties tussen mogelijkheden en noodzakelijkheden uitgedrukt worden. Daarmee kan deze logica een formele weergave bieden van de mogelijke wereldentheorie, zoals die bijvoorbeeld door Lewis is behandeld." color="0x0000ff" image="kripke.jpg"/>
  <n id="69" name="David Lewis (1941-2001)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="lewis.jpg"/>
  <n id="70" name="Augustinus (354-430)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="augustinus.jpg"/>
  <n id="71" name="Rudolf Carnap (1891-1970)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="carnap.jpg"/>
  <n id="72" name="Willard V.O. Quine (1908-2000)" body="Willard Van Orman Quine staat samen met Wittgenstein II aan de basis van de Linguistic Turn. Quine had kritiek op het klassieke onderscheid tussen analytische en synthetische proposities, en daarnaast op het Reductionisme ('Het geheel is te begrijpen door enkel en alleen zijn delen te bestuderen'). Quine stelde hier een Holisme ('Het geheel is meer dan de som der delen') tegenover. Volgens Quine hangt kennis met andere kennis samen. Zinnen hebben geen betekenis die los staat van andere zinnen. Kennis is alleen mogelijk in de vorm van een 'web of belief'. Dit is de basis voor Quines 'genaturaliseerde epistemologie'. Filosofen als Davidson en Dennett hebben bij Quine gestudeerd." color="0x0000ff" image="quine.jpg"/>
  <n id="73" name="Ludwig Wittgenstein I (1889-1928)" body="Ludwig Wittgenstein heeft twee filosofisch dermate verschillende periodes doorgemaakt dat ook wel gesproken wordt van Wittgenstein I en Wittgenstein II. Wittgenstein I publiceerde in 1922 de Tractatus Logico-Philosophicus, een verzameling genummerde stellingen, waarmee Wittgenstein alle belangrijke problemen met betrekking tot het spreken over de werkelijkheid dacht te hebben opgelost. Na publicatie trok Wittgenstein zich terug uit de filosofie." color="0x0000ff" image="wittgenstein.jpg"/>
  <n id="74" name="Ludwig Wittgenstein II (1929-1951)" body="Ludwig Wittgenstein heeft twee filosofisch dermate verschillende periodes doorgemaakt dat ook wel gesproken wordt van Wittgenstein I en Wittgenstein II. Na zich een periode uit de filosofie te hebben teruggetrokken, zette Wittgenstein II in 1929 zijn filosofische activiteiten voort, maar hij veranderde radicaal van uitgangspunten. In 'Filosofische onderzoekingen' (dat pas na zijn dood werd uitgegeven) ontwikkelt hij het concept van 'taalspelen' (de taal als activiteit), waarmee hij een belangrijke bijdrage leverde aan de Linguistic Turn, met het idee dat een correspondentie tussen taal en werkelijkheid niet haalbaar of mogelijk is. Lyotard gebruikt de taalspelen later als alternatief voor de grote verhalen." color="0x0000ff" image="wittgenstein.jpg"/>
  <n id="75" name="Charles Morris (1901-1979)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="morris.jpg"/>
  <n id="76" name="Peter Strawson (1919-2006)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="strawson.jpg"/>
  <n id="77" name="Donald Davidson (1917-2003)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="davidson.jpg"/>
  <n id="78" name="Franz Brentano (1838-1917)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="brentano.jpg"/>
  <n id="79" name="Daniel Dennett (1942)" body="Geen extra informatie" color="0x3377aa" image="dennett.jpg"/>
  
  <e f="33" t="31"/>
  <e f="32" t="3"/>
  <e f="37" t="2"/>
  <e f="38" t="2"/>
  <e f="38" t="3"/>
  <e f="39" t="3"/>
  <e f="31" t="3"/>
  <e f="58" t="3"/>
  <e f="40" t="5"/>
  <e f="41" t="5"/>
  <e f="42" t="5"/>
  <e f="41" t="42"/>
  <e f="42" t="45"/>
  <e f="45" t="5"/>
  <e f="46" t="5"/>
  <e f="33" t="45"/>
  <e f="42" t="43"/>
  <e f="42" t="44"/>
  <e f="47" t="8"/>
  <e f="47" t="9"/>
  <e f="47" t="1"/>
  <e f="48" t="9"/>
  <e f="53" t="1"/>
  <e f="54" t="1"/>
  <e f="57" t="1"/>
  <e f="54" t="42"/>
  <e f="57" t="48"/>
  <e f="57" t="49"/>
  <e f="57" t="35"/>
  <e f="57" t="30"/>
  <e f="57" t="50"/>
  <e f="57" t="40"/>
  <e f="57" t="31"/>
  <e f="57" t="51"/>
  <e f="57" t="52"/>
  <e f="4" t="54"/>
  <e f="4" t="55"/>
  <e f="4" t="56"/>
  <e f="54" t="52"/>
  <e f="54" t="31"/>
  <e f="54" t="32"/>
  <e f="54" t="57"/>
  <e f="38" t="52"/>
  <e f="58" t="38"/>
  <e f="11" t="59"/>
  <e f="11" t="2"/>
  <e f="11" t="52"/>
  <e f="11" t="60"/>
  <e f="2" t="51"/>
  <e f="2" t="52"/>
  <e f="2" t="60"/>
  <e f="51" t="52"/>
  <e f="52" t="60"/>
  <e f="60" t="51"/>
  <e f="6" t="34"/>
  <e f="6" t="61"/>
  <e f="6" t="62"/>
  <e f="6" t="63"/>
  <e f="6" t="64"/>
  <e f="6" t="65"/>
  <e f="6" t="66"/>
  <e f="6" t="67"/>
  <e f="6" t="68"/>
  <e f="69" t="68"/>
  <e f="64" t="65"/>
  <e f="7" t="6"/>
  <e f="7" t="65"/>
  <e f="7" t="71"/>
  <e f="7" t="72"/>
  <e f="7" t="74"/>
  <e f="74" t="70"/>
  <e f="74" t="73"/>
  <e f="74" t="8"/>
  <e f="8" t="43"/>
  <e f="8" t="44"/>
  <e f="8" t="75"/>
  <e f="8" t="76"/>
  <e f="8" t="48"/>
  <e f="8" t="72"/>
  <e f="77" t="72"/>
  <e f="47" t="48"/>
  <e f="37" t="38"/>
  <e f="41" t="36"/>
  <e f="47" t="31"/>
  <e f="51" t="78"/>
  <e f="53" t="54"/>
  <e f="53" t="57"/>
  <e f="53" t="74"/>
  <e f="55" t="56"/>
  <e f="59" t="60"/>
  <e f="30" t="60"/>
  <e f="65" t="66"/>
  <e f="72" t="79"/>
  
  <e f="0" t="1"/>
  <e f="0" t="2"/>
  <e f="0" t="3"/>
  <e f="0" t="4"/>
  <e f="0" t="5"/>
  <e f="0" t="6"/>
  <e f="0" t="7"/>
  <e f="0" t="8"/>
  <e f="0" t="9"/>
  <e f="0" t="11"/>
  </graph>
  


(C) Æliens 18/6/2009

You may not copy or print any of this material without explicit permission of the author or the publisher. In case of other copyright issues, contact the author.